Naast elektrische auto’s op batterijen zijn waterstofauto’s in opkomst als een alternatieve vorm van duurzame mobiliteit. Maar wat zijn waterstofauto’s precies, en hebben ze echt toekomst?

Een waterstofauto rijdt op elektriciteit die wordt opgewekt in een brandstofcel, waarbij waterstofgas wordt omgezet in stroom. Het enige restproduct is waterdamp – dus géén CO₂-uitstoot tijdens het rijden. In feite is het een elektrische auto, maar met een andere energiebron dan een batterij.

Een groot voordeel van waterstofauto’s is de snelle tanktijd: binnen 3–5 minuten zit de tank vol, vergelijkbaar met benzine. Ook hebben ze vaak een grotere actieradius dan batterij-elektrische voertuigen, wat ze geschikt maakt voor lange afstanden of zwaar vervoer.

Toch zijn er ook nadelen. Waterstof is moeilijk op te slaan, en de productie ervan is op dit moment nog energie-intensief. Alleen wanneer waterstof wordt geproduceerd uit hernieuwbare bronnen (groene waterstof), is het echt duurzaam.

Een ander probleem is het gebrek aan infrastructuur. In Nederland zijn er momenteel slechts een handjevol waterstof-tankstations, wat het gebruik in de praktijk lastig maakt.

Toch investeren bedrijven zoals Toyota, Hyundai en Shell volop in waterstoftechnologie. Vooral voor vrachtwagens, bussen en treinen is waterstof veelbelovend.

De toekomst van waterstofauto’s ligt dus vooral in de combinatie met andere technologieën. Ze zijn geen vervanging, maar een aanvulling op batterij-elektrisch vervoer – vooral waar laden moeilijk of langzaam is.