Voor veel mensen is het rijexamen een spannende mijlpaal. In Nederland staat het bekend als behoorlijk pittig, en dat is niet zonder reden. Maar is het écht zo moeilijk? En waarom slaagt niet iedereen in één keer?

Het rijexamen wordt afgenomen door het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen) en bestaat uit een theorie-examen, een praktijkexamen en voor sommigen ook een tussentijdse toets.

Het theorie-examen test je kennis van verkeersregels, verkeersinzicht en gevaarherkenning. Veel kandidaten onderschatten dit deel. Het vereist grondige voorbereiding en goed begrip van verschillende verkeerssituaties.

Het praktijkexamen duurt ongeveer 35 minuten en wordt afgenomen op de openbare weg. De examinator let op jouw rijgedrag, verkeersinzicht, beheersing van het voertuig en veiligheid. Je moet ook bijzondere verrichtingen uitvoeren, zoals inparkeren of keren op de weg.

De slagingspercentages verschillen per regio, maar gemiddeld slaagt ongeveer 50% van de kandidaten in één keer. Factoren zoals stress, gebrek aan ervaring of slechte voorbereiding kunnen hier een rol in spelen.

Toch is het systeem in Nederland erop gericht dat alleen veilige, bewuste bestuurders slagen. Dat verhoogt de verkeersveiligheid voor iedereen.

Het examen is dus eerlijk, maar streng. Een goede rijopleiding, veel oefenen, en rust bewaren op de dag zelf zijn de sleutel tot succes. En zelfs als je zakt: je leert altijd iets bij.